In deel 1 heb ik stilgestaan bij Senegalese muziek terwijl in deel 2 Mali aan de beurt was. Mijn grote droom was om een apart deel aan Guinee te wijden waarin ik muziek uit mijn jeugd kon verwerken. Jarenlang kon ik echter nauwelijks muziek uit Guinee vinden terwijl er op internet toch veel sites zijn die de rijkheid van de Guinese muziektraditie bejubelen. Vorige week hoorde ik echter een stem die me bekend voorkwam en toen ik verder op Spotify ging zoeken ontdekte ik dat het een muzikant was waarvan we vroeger cassettebandjes hadden. En als je eenmaal een paar artiesten hebt ontdekt kom je vanzelf weer vergelijkbare artiesten tegen.
Guinee is een tamelijk onbekend Afrikaans land dat in 1958 als eerste Franse kolonie de onafhankelijkheid uitriep. Guinee wordt ook wel de “Tuin van West-Afrika” genoemd en telt ruim 10 miljoen inwoners die verdeeld zijn over 24 etnische groepen. De drie grootste etnische groepen zijn de Fula (40%), de Malinke (30%) en de Susu (20%) die allemaal hun eigen taal spreken hoewel Frans nog steeds de officiële landstaal is. Het land is onderontwikkeld en leeft vooral van tropische landbouw, visvangst en mijnbouw. Guinee bezit de helft van de wereldwijde bauxietreserves, dat als grondstof voor aluminium dient.
Op muzikaal gebied is Guinee echter wel ver ontwikkeld. Net als in Senegal en Mali worden o.a. de kora (harp), ngoni (ovale luit) en de balafoon (soort xylofoon) gebruikt. Onder de houten latten van de balafoon hangen kalebassen die dienen als klankkasten. Mijn ouders hebben destijds ook een balafoon uit Guinee meegenomen naar Nederland.
Mory Kanté
Een bijzondere artiest om mee te beginnen is Mory Kanté (1950). Op 7-jarige leeftijd werd hij naar Mali gestuurd waar hij de kora leerde te bespelen en daarna sloot hij zich aan bij de band van Salif Keita (zie deel 2). In mijn geboortejaar 1987 kwam hij met het nummer Yé ké yé ké dat in Nederland twee weken lang op de eerste plek in de top 40 stond. Het was ook de eerste Afrikaanse single die meer dan 1 miljoen keer over de toonbank ging. De derde clip is een cover van het overbekende Afrikaanse lied Wimoweh (The Lion Sleeps Tonight). De laatste clip is een opname van het VPRO-programma Vrije Geluiden op 16 maart 2008. Hij heeft een Best of uitgebracht in 2002 waarop ontzettend veel leuke nummers staan. Dit album is op Spotify in zijn geheel te beluisteren.
Kanté Manfila
Kanté Manfila bespeelde de balafoon en gitaar al op jonge leeftijd en in de jaren ’60 sloot hij zich aan bij de Rail Band waar ook Salif Keita en Mory Kanté deel van uitmaakten. In de jaren ’80 gingen de drie artiesten hun eigen weg en Kanté Manfila vertrok naar Parijs. Salif Keita en Kanté Manfila hadden toen al in een low-budget studio een aantal nummers opgenomen dat pas in 2005 onder de naam The Lost Album werd uitgebracht. Deze cd wordt als een traditioneel West-Afrikaans pareltje gezien. De eerste clip is van dat album afkomstig. Verder wordt Kanté Manfila als één van de meest ondergewaardeerde artiesten uit Afrika beschouwd en het is heel lastig om muziek van hem op internet te vinden. Wel zijn previews van zijn nummers op Amazon.com te beluisteren.
Ibro Diabaté
Ibro Diabaté (1966) werd geboren in de stad Boké. Hij verhuisde naar Conakry en ging spelen op bruiloften om bekendheid te krijgen. Binnen Guinee was hij in één klap beroemd nadat zijn album Alla Nana uitkwam. Zijn meeste liedjes zingt hij in de Susu taal en hij wordt als een charismatisch persoon gezien.
Alpha Yaya Diallo
Alpha Yaya Diollo is een uniek multitalent die veel verschillende instrumenten kan bespelen, geboren in de hoofdstad Conakry. Nadat hij door Canada had getourd besloot hij zich in Vancouver te vestigen. Het nummer N’Dare is gebruikt voor de soundtrack van de film Rendition. Hij heeft inmiddels verschillende Juno-awards (Canadese muziekaward) voor zijn muziek ontvangen.
Sekouba Bambino Diabaté
Het liedje dat ik me het beste kan herinneren uit mijn kindertijd is het liedje Kasouma Ma en ik kwam het nummer vorige week ineens tegen op Spotify. De artiest heet Sekouba “Bambino” Diabaté (1964) en hij is buiten Afrika niet erg bekend omdat hij zich puur op het Guinese publiek richt. Zijn moeder overleed toen hij 3 jaar oud was, maar omdat ze veel muziek achterliet werd zij één van zijn grootste invloeden. Toen hij 16 was hoorde toenmalige president Sékou Touré hem zingen en hij drong erop aan dat Sekouba zich bij de bekendste Guinese muziekgroep Bembeya Jazz zou aansluiten. Hij kreeg daar de bijnaam Bambino omdat hij dezelfde naam had als de gitarist van de groep. In 1991 kwam zijn eerste soloalbum Kassa uit.
Djeli Moussa Diawara
Djeli Moussa Diaware is in 1962 geboren in Kankan, Guinee. Hij bespeelt de kora, maar het bijzondere aan zijn muziek is dat hij het heeft gemixt met flamenco en salsa elementen. Hij is de halfbroer van Mory Kanté en speelt ook een tijd met hem samen in Abidjan, Ivoorkust. In 2000 neemt hij een album op met Bob Brozman dat veel positieve reviews krijgt.
Ba Cissoko
Ba Cissoko (1969) bracht in 2003 zijn debuutalbum Sabolan uit en werd in 2008 bekend toen hij voor het album Africa Celebrates U2 het nummer Sunday Bloody Sunday in een Afrikaans jasje stak. Zijn band bestaat uit vier leden en hij wordt door zijn gitaarriffen de Afrikaanse Jimi Hendrix genoemd.
Tot slot
Guinee kent oneindig veel meer artiesten. De bekendste zijn bijvoorbeeld Oumou Dioubate, Baba Djan, Mamady Keita en Aboubacar Diaby, maar helaas kon ik onvoldoende muziek van hen vinden. Van sommige van hen heb ik een enkel nummertje in mijn YouTube playlist van Guinee opgenomen. YouTube is sowieso een goede manier om liedjes te beluisteren, maar daarnaast zijn een hoop artiesten gewoon bij Bol.com te koop of kun je via Last.FM en Spotify gratis liedjes beluisteren. Binnenkort volgt deel 4.
[alert_blue]Voel je vrij om vragen en/of opmerkingen te plaatsen. Mocht je nog andere Guinese artiesten kennen die in dit overzicht thuishoren, laat het dan ook weten![/alert_blue]









Leuk ook die bekende plaatjes bij het liedje Kasouma Ma!
kandia kouyaté en mama diabaté